what I see… is what you get!

In de gezondheidszorg speelt ego een paradoxale rol. Het biedt vastberadenheid, maar kan ook een onzichtbare barrière vormen voor groei en samenwerking. Hoe kunnen zorgprofessionals hun expertise behouden, zonder zich af te sluiten voor nieuwe inzichten?

What I see is what you get.

(.. Want zo is het toch? ..)

Expertise als valkuil

Ons ego is een fascinerend en dubbelzinnig mechanisme. Het is dat deel van ons dat ons beschermt, dat hunkert naar erkenning, controle en status. Een waardevolle bondgenoot, zonder twijfel. Het geeft zelfvertrouwen, motiveert ons om uitdagingen aan te gaan en helpt ons grip te houden op situaties.

Maar in de gezondheidszorg – een domein dat in de kern draait om menselijkheid – kan datzelfde ego een subtiele, doch krachtige belemmering vormen.

Voor veel zorgprofessionals is hun expertise een bron van trots. En terecht. Jaren van studie, intensieve praktijkervaring en diepgaande specialisatie vormen een robuust fundament van kennis en vaardigheid. Maar juist die trots kan een valkuil worden. Want wat als expertise omslaat in starheid? Wat als het idee ‘ik weet het al’ zich nestelt in de geest en een blinde vlek creëert voor nieuwe inzichten, alternatieve methoden of een bredere, meer holistische kijk op de mens die tegenover hen zit?

Nieuwe perspectieven zouden als een verrijking kunnen worden omarmd, maar worden soms onbewust ervaren als een bedreiging.

De drang naar controle

Veel artsen en therapeuten dragen een diepgeworteld verantwoordelijkheidsgevoel voor het welzijn van hun patiënten en cliënten. Dit gevoel kan leiden tot een instinctieve drang naar controle. Het ego zoekt zekerheid: als ik dit probleem diagnosticeer en behandel volgens de protocollen, dan heb ik mijn taak correct volbracht. Maar gezondheid is zelden zo lineair.

Lichaam, brein, overtuigingen, emoties en evolutionaire processen zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Ziekte en gezondheid laten zich niet vangen in een eenzijdige formule, en vaak is er meer nodig dan een gefixeerde, protocolmatige aanpak.

Angst voor verandering

Toch blijven velen zich vasthouden aan traditionele modellen en methodieken. Het ego schuwt verandering, vreest onwetendheid en wil falen koste wat het kost vermijden. Dit kan ertoe leiden dat sommige zorgprofessionals gevangen blijven in hun eigen overtuigingen, zelfs wanneer wetenschap en praktijk hen uitnodigen om verder te kijken.

Een ander gevolg is de reductie van een patiënt tot een verzameling symptomen. Een persoon wordt herleid tot ‘een hoge bloeddruk’, ‘een depressie’ of ‘een hormonale disbalans’, terwijl de unieke mens achter deze diagnose uit het zicht verdwijnt. Deze verkokering kan ertoe leiden dat cruciale elementen over het hoofd worden gezien.

De kracht van bescheidenheid

Wat zou er gebeuren als zorgverleners erkennen dat zij niet alles kúnnen weten? Als zij hun leerproces niet beperken tot de verplichte bij- en nascholingen, maar ook leren van de patiënten zelf? De sleutel ligt in bescheidenheid en respect – niet als een zwakte, maar als een kracht. De moed om te zeggen: ‘Ik sta ervoor open om anders en verder te kijken.’

Dit opent de deur naar samenwerking. Tussen disciplines, tussen conventionele en complementaire zorg, tussen wetenschap en ervaringskennis. Het moedigt aan om ruimte te maken voor diverse perspectieven en inzichten. Het biedt een kans om de menselijke connectie te herstellen en te focussen op wat werkelijk nodig is.

Want is dat niet waar het uiteindelijk om draait? Is dat niet de essentie van zorg?

Een nieuwe benadering

Het ego mag aanwezig zijn, maar niet de regie voeren. Een verschuiving in houding en bewustzijn schept ruimte voor nieuwsgierigheid, compassie en ware menselijkheid. En in die ruimte kunnen de meest bijzondere dingen ontstaan. Bescheidenheid en een open houding dragen immers bij aan betere zorg.

‘What I see is what you get’ of ‘What you need is what I see.’ ?